Tompoezen aan de deurknop

Marga van Leest

Je kreeg er nog twee mannen bij. “Ja, eentje iets ouder dan ik, erg onzeker over zijn gezondheid. Met hem deel ik de liefde voor muziek. Ik ga ook wel eens met hem mee naar het ziekenhuis, maar dan weet ik niet hoe ik me moet voorstellen. Een vriendin? Twee jaar later kreeg ik er nog een man bij. Dat is een hele kluif, want hij is veeleisend, maar dat vind ik nou juist leuk. Hij had in zijn werkend leven een zekere status en die is hij nu aan het verliezen. Dat kost hem moeite. Hij dacht de eerste keer dat ik wel zijn bed kon opmaken. Maar hij neemt me serieus en we hebben mooie gesprekken.” 

Is het lastig om mensen te bezoeken in coronatijd? “Ja, soms kan het echt niet. We bellen veel en ik stuur vaak kaartjes, altijd goed. Een van ‘mijn mannen’ houdt van tompoezen. Dan app ik dat ik eraan kom en hang de tompoezen aan de deurknop.” 
Je doet dit werk ook omdat je er zelf iets aan hebt? “Zeker, het is niet van: kijk mij eens goed doen. Dit werk ligt in het verlengde van waar ik zelf mee bezig ben. Ik leg gemakkelijk contact en ben open over mijn gevoelens en die van een ander. Ik schrik ook niet zo gauw van pijnlijke kwesties. We hebben als het zo uitkomt ook goede gesprekken over angst voor de dood. Het contact is absoluut wederkerig en we hebben in het project afgesproken dat we het minstens een jaar met iemand volhouden. Ik heb er geen moeite mee om dat nog langer vol te houden. Het is zinvol werk, voor hen, maar ook voor mij.” 

In het project Blijf je nog even? wordt een vrijwilliger gekoppeld aan een oudere, die hij of zij gedurende een jaar geregeld bezoekt om te praten over de vragen die de oudere bezighouden.