Bellen en Buffelen
Hun hele werkzame leven werkten ze in hun buurtsuper in Delft. Tweeënhalf jaar geleden namen Hagenaars Stien (64) en Wim (66) de Klein het besluit om hun winkel te sluiten. Wim: “We hebben het niet gemakkelijk gehad om te moeten ophouden met de winkel, na zoveel jaar. Ook het leven daarna, een jaar lang met z’n tweeën achter de geraniums, viel ons niet mee. We zaten elkaar wel eens in de weg, daar hadden we in de winkel geen last van.” Stien vult aan: “Er moet wat gebeuren, zeiden we tegen elkaar. Een baan krijg je toch niet meer, dan gaan we vrijwilligerswerk doen. Een vrouw die we kenden van Nordic Walking werkt bij Stek en vertelde van de BabyBullenBank. Was dat niets voor ons? Ik had er nog nooit van gehoord en ik heb een mailtje gestuurd. Ze hadden eerst niemand nodig, schreven ze terug. Daar krijg je spijt van, zei onze vriendin bij Stek tegen haar collega en twee weken later wilden ze wel, en eigenlijk hadden ze ook een man nodig voor het sjouwwerk. Zo begon het, anderhalf jaar geleden.”
Het stel zit stralend tussen de dozen, pakken kleren, buggy’s en boxen. Wim: “Het is een heel bijzonder project: mensen leveren babyspullen aan, die worden hier verzameld en zo nodig opgeknapt. Wij geven die ‘babybullen’ dan uit aan mensen die ervoor in aanmerking komen. Die komen via hulporganisaties bij ons binnen. Het project bestaat nu vijf jaar en vanaf 2013 zijn er al meer dan 1000 mensen geholpen!” Wim doet ’s ochtends de administratie achter de computer, Stien doet de telefoontjes en Wim zet de spullen klaar die afgehaald worden: “Zij belt, ik buffel.”
Het werk bevalt hun enorm. Ze doen het twee ochtenden per week, soms wat meer. “Het valt niet meer weg te denken uit ons leven”, zegt Stien. “Het is hard werken, maar erg leuk. Er zijn nog drie of vier andere vrijwilligers met wie we het goed kunnen vinden. En als we ’s avonds thuiskomen zijn we moe. Heerlijk toch? ’s Middags zit ik nog wel eens achter de naaimachine om van grote lakens kinderlakens te maken.” Wim geniet van de contacten met de cliënten. “De mensen komen zelf hun spullen ophalen en dan ontmoeten we elkaar. Bijna allemaal zijn het leuke mensen. Soms willen ze zelf van alles uitkiezen, maar daar beginnen we niet aan. Maar ze krijgen altijd wat extra’s. Die vrouwen zijn zwanger en willen ook het allerbeste voor hun kind. Logisch toch? Wij doen het voor de baby’s. Die worden geboren en ze kunnen er niets aan doen als er thuis zo weinig geld is.” Stien vindt dat ze voor dit werk veel terugkrijgen. “De meeste mensen zijn zó blij en dankbaar. We maken ook altijd een cadeautje. Een vader kwam eens spullen halen hier en hij bleek timmerman te zijn. ‘Je moet me bellen, hoor, als er iets getimmerd moet worden’, zei hij, ‘dan kom ik. Is gratis.’ Mooi toch?”
Ze hebben heel hun leven samengewerkt. En nu weer. Gaat dat nog steeds goed? “We kunnen het heel goed met elkaar vinden”, klinkt het in koor. “We zijn allebei doeners. Niets doen is niets voor ons.” Wim en Stien de Klein voelen zich tussen de uitpuilende schappen aan de Parkstraat als een vis in het water.
De BabyBullenBank geeft tweedehands babyspullen een nieuwe bestemming, bij mensen die de financiële middelen niet hebben om deze producten zelf aan te schaffen.